Kinderen met dyslexie hebben hardnekkige problemen met het aanleren en vlot toepassen van het lezen en spellen. Dyslexie is een specifieke taalontwikkelingsstoornis, waardoor de ontwikkeling van het lezen en spellen moeizaam verloopt. Uit onderzoek blijkt dat de hersenen van mensen met dyslexie bepaalde kenmerken hebben die niet bij anderen worden gevonden. Deze verschillen maken het moeilijker om koppelingen te leren tussen klanken en letters en het zijn juist deze koppelingen die de basis vormen van het lezen en spellen.
Eén op de tien kinderen heeft veel moeite met lezen en spellen. Bij ongeveer 4 tot 5% van deze kinderen zijn de problemen zo ernstig en hardnekkig dat er sprake is van dyslexie. Vaak is het erfelijk en komt dyslexie in de directe familie voor.
→ De achterstand en de intensieve begeleiding zijn essentiële voorwaarden voordat gestart kan worden met een dyslexieonderzoek. Dit geldt ook bij particuliere onderzoeken. Doorverwijzing voor dyslexieonderzoek is alleen terecht wanneer de leesscores (en spellingscores) in het 10e percentiel vallen, dus niveau E/V-. Alleen bij ernstige en hardnekkige lees- en/of spellingproblemen komt een kind in aanmerking voor de diagnose dyslexie.
→ Bij scores boven het 10e percentiel (bijvoorbeeld een combinatie van V- en V scores of een combinatie van E-niveau en D-niveau) wordt in principe niet overgegaan tot een dyslexieonderzoek. Met deze scores kan geen diagnose dyslexie gesteld worden. Kinderen met milde lees- en/of spellingproblemen komen namelijk niet in aanmerking voor de diagnose dyslexie. Een onderzoek kan wel inzicht geven in welke begeleiding wenselijk is.
→ Indien er spellingproblemen zijn terwijl het technisch lezen zich gemiddeld of bovengemiddeld ontwikkelt, is het beeld atypisch voor dyslexie.
De term dyslexie komt uit het Grieks en betekent letterlijk: niet kunnen lezen.
dys = niet goed functioneren, beperkt.
lexis = taal of woorden
De definitie van dyslexie volgens de DSM-5 is:
A. Moeite met het aanleren en gebruiken van lees- en/of spellingvaardigheden, zoals blijkt uit de persisterende aanwezigheid van minstens één van de volgende symptomen gedurende minstens zes maanden, ondanks interventies gericht op deze moeilijkheden:
1. onnauwkeurig of langzaam en moeizaam lezen van woorden (moeite met accurate of vloeiende woordherkenning; slecht decoderen);
2. moeite met spelling.
B. De betreffende schoolse vaardigheden zijn substantieel en meetbaar slechter ontwikkeld dan gezien de kalenderleeftijd verwacht mag worden en hebben een significant negatieve invloed op de schoolresultaten en werkprestaties.
C. De leerproblemen beginnen tijdens de schooljaren, maar worden soms pas manifest op het moment dat de betreffende schoolse vaardigheden zwaarder belast worden dan de betrokkene met zijn beperkte vermogens aankan.
D. De leerproblemen kunnen niet beter verklaard worden door verstandelijke beperkingen, niet-gecorrigeerde visus- of gehoorstoornissen, andere psychische of neurologische stoornissen, psychosociale tegenslagen, gebrekkige beheersing van de taal waarin het onderwijs gegeven wordt, of inadequaat onderricht.
LEZEN & SPELLEN
Bij dyslexie wordt aangenomen dat fonologische verwerkingsproblemen (problemen met het verwerken van de klanken) de onderliggende oorzaken zijn van de lees- en spellingproblemen. Binnen de behandeling bij Athena wordt daarom niet alleen het lezen en het spellen geoefend, maar is er veel aandacht voor de onderliggende fonologische processen en de klankstructuur van de Nederlandse taal. Belangrijk hierbij is dat er een directe koppeling gemaakt wordt aan de betekenis (het lezen met begrip).
Kinderen met dyslexie kunnen moeite hebben met:
- Het verschil horen tussen klanken.
- Klanken in de juiste volgorde te zetten.
- Rijmen.
- Het juist schrijven van letters, bijvoorbeeld ue i.p.v. eu.
- Het inprenten van reeksen, bijvoorbeeld tafels of spellingsregels.
- Het vlot op woorden kunnen komen.
- Het onthouden van losse gegevens, zoals rijtjes en jaartallen.
- Vlot en nauwkeurig lezen van woordjes.
Problemen bij het lezen
De leesproblemen van kinderen met dyslexie vallen het meest op bij het hardop lezen van woordjes. Het is lastig voor ze om een rij woordjes snel en goed te lezen. Sommige kinderen hebben een traag leestempo en lezen de woorden spellend. Andere kinderen hebben een hoog leestempo, maar maken daarbij veel fouten door te raden. Er kan ook sprake zijn van een combinatie van beide.
Problemen bij de spelling
Kinderen met dyslexie maken langdurig veel spelfouten. Vaak zijn dit basale spelfouten, zoals fouten in de klanktekenkoppelingen, letters toevoegen of vergeten te schrijven. Het kan zijn dat ze één bepaald woord op een bladzijde op verschillende manieren spellen. Kinderen met dyslexie proberen vaak de spelling van specifieke woorden te onthouden. Dit is een enorme belasting voor het geheugen. Bovendien beklijft de kennis meestal niet, omdat ze het op een ongestructureerde manier in het geheugen opslaan.
Hardnekkigheid
In de definitie van dyslexie staat de term hardnekkigheid. Het vaststellen van het ‘hardnekkigheidscriterium’ (er is sprake van een grote achterstand terwijl er intensieve begeleiding is geboden) is een essentiële voorwaarde voordat gestart kan worden met een dyslexieonderzoek. Er moet zorg geboden zijn op:
- ondersteuningsniveau 1 (goed lees- en spellingonderwijs in klassenverband)
- ondersteuningsniveau 2 (extra zorg door de leerkracht) en
- ondersteuningsniveau 3 (specifieke en intensieve interventies).
Een effectieve aanpak op ondersteuningsniveau 3 houdt in het kort het volgende in:
- De reguliere leertijd moet met minimaal één uur per week (drie keer per week 20 minuten of vier keer per week 15 minuten) uitgebreid zijn.
- De specifieke interventie op ondersteuningsniveau 3 moet in een klein groepje (maximaal 4 kinderen) of individueel aangeboden zijn.
- De specifieke interventie moet geboden zijn door een leerkracht, remedial teacher, leesspecialist of orthopedagoog.
Voor een uitgebreide toelichting kunt u hier de “Handreiking voor de invulling van ondersteuningsniveau 2, 3 en 4_versie 3.1 (2022)” van het Nederlands Kwaliteitsinstituut Dyslexie (NKD) en het Expertisecentrum Nederlands downloaden.
Informatie over en een format voor het handelingsplan technisch lezen/spellen ondersteuningsniveau 3 vindt u door op de volgende link te klikken: Format handelingsplan technisch lezen/spellen ondersteuningsniveau 3 | Dyslexie Centraal
De eis van de interventie geldt voor leerlingen in het basisonderwijs en voor leerlingen in het voortgezet onderwijs tot en met de tweede klas. Wanneer er geen bijzonderheden zijn geweest in de schoolloopbaan wordt er vanaf de derde klas in het voortgezet onderwijs van uitgegaan dat het aantal jaren onderwijs voldoende leesonderwijs is geweest om eventuele hardnekkigheid aan te tonen.
Hoogbegaafdheid en dyslexie
Het komt voor dat een kind met een hogere intelligentie wordt aangemeld voor een dyslexieonderzoek en dat wordt aangegeven dat het kind op basis van zijn intelligentie compenseert waardoor de scores op lezen en/of spelling hoger zijn dan het 10e percentiel. De belangrijke vraag is of er een andere definitie gehanteerd moet worden als er sprake is van een hogere intelligentie. Uit onderzoek blijkt dat dit niet het geval is. De definitie van Stichting Dyslexie Nederland geldt ook als er sprake is van een hogere intelligentie. De toepassing van de criteria voor een dyslexiediagnose is niet anders bij kinderen met een hogere intelligentie. Net als bij andere kinderen waarvan het vermoeden van dyslexie bestaat, komen zij in aanmerking voor een diagnose dyslexie wanneer er sprake is van:
- een significante achterstand op het gebied van lezen en/of spellen (laagste 10%)
- er sprake is van didactische resistentie.
- afwezigheid van exclusiefactoren (alternatieve verklaringen)
Doorverwijzing voor dyslexieonderzoek is alleen terecht wanneer de lees- en/of spellingscores onvoldoende zijn. Bij gemiddelde of bovengemiddelde scores wordt in principe niet overgegaan tot een dyslexieonderzoek.
Deze informatie en meer is te vinden in de ‘Richtlijn Lees- en Spellingproblemen in combinatie met Hoogbegaafdheid, 2018‘ addendum bij de Brochure van de Stichting Dyslexie Nederland (SDN).
Wilt u meer informatie?